Nominatieproces en timing

Het uitzonderlijke verhaal en het erfgoed van de Koloniën van Weldadigheid mag niet verloren gaan. Sinds 2012 werken verschillende partners (3 provincies, acht gemeenten en tal van andere organisaties en overheden uit België en Nederland) samen om de Koloniën van Weldadigheid gezamenlijk voor te dragen als Werelderfgoed.  

Beslissing Werelderfgoedcomité 2021

Op de jaarlijkse internationale conventie in Fuzhou (China) (wegens Covid-19 pandemie in 2020 uitgesteld en in 2021 in de vorm van een online vergadering georganiseerd) besliste het Werelderfgoedcomité (21 afgevaardigden van de landen die het Werelderfgoedverdrag ondertekenden) het advies van ICOMOS ('inshrijving') te volgen. De Koloniën van Weldadigheid werden in hun unieke waarde erkend op international niveau en werden hiermee ingeschreven op de UNESCO Werelderfgoedlijst.

Indiening aangepast nominatiedossier 2020

Op maandag 20 januari 2020 hebben Vlaams minister Matthias Diependaele en Nederlands minister Ingrid van Engelshoven het lijvige en aangepaste nominatiedossier van de Koloniën van Weldadigheid in de voormalige landlopersboerderij in Wortel-Kolonie ondertekend. Het dossier wordt vanuit Vlaamse zijde voorgedragen en stond gepland om in de zomer van 2020 op het Werelderfgoedcomité in Fuzhou (China) beoordeeld te worden. De corona-pandemie heeft echter ook een impact op dit besluitvormingsproces. Vanwege de wereldwijde uitbraak van Covid-19 hebben de leden van het UNESCO-Werelderfgoedcomité besloten de jaarlijkse bijeenkomst te verplaatsen naar een - nader nog vast te stellen - latere datum.

KvW20-003.jpg

Vlaams minister Matthias Diependaele, Nederlands minister Ingrid van Engelshoven, Gedeputeerde provincie Drenthe Cees Bijl en twee gedeputeerden van de provincie Antwerpen Kathleen Helsen en Jan De Haes verkenden op maandag 20 januari Wortel-Kolonie met de fiets. Meer informatie leest u in het nieuwsbericht over de overhandiging van het aangepaste nominatiedossier aan beide ministers.

Wat als de Koloniën van Weldadigheid Werelderfgoed zijn?

Wat verandert er als de Koloniën van Weldadigheid Werelderfgoed worden? Voor de gebieden is het een duwtje in de rug. Een sterrenstatus, zeg maar. De Werelderfgoedstatus kan zorgen voor meer toeristen, bedrijvigheid, investeerders en een groter internationaal netwerk. Het is ook een soort waarborg dat de sites ‘beschermd’ zullen worden.

Maar de Werelderfgoedstatus zet geen ‘stolp' over het gebied. De gebieden worden geen openluchtmusea waarin niets meer kan veranderen. Wel moet er blijvend gewaakt worden over hun uitzonderlijke universele waarde. Nieuwe ontwikkelingen moeten aansluiten bij het karakter en de draagkracht van een Kolonie. Als de Koloniën van Weldadigheid als Werelderfgoed beschermd zouden worden, zou dat vooral een bekroning van de jarenlange inzet van veel bewoners, organisaties en overheden voor deze gebieden zijn.

De zeven Koloniën van Weldadigheid zullen in de toekomst blijven samenwerken aan het uitdragen van het gezamenlijke verhaal van armoedebestrijding door werk in de landbouw en sociale verheffing. Dit gebeurt met de vele actieve partners in de gebieden. Er zijn vier bezoekerscentra die het verhaal brengen: De proefkolonie in Frederiksoord, Ommerschans, Bezoekerscentrum Kolonie 5-7 in Merksplas en het Nationaal Gevangenismuseum in Veenhuizen.

Beslissing Werelderfgoedcomité 2018

Op de jaarlijkse internationale conventie in Manama (Bahrein) besliste het Werelderfgoedcomité (21 afgevaardigden van landen die het Werelderfgoedverdrag ondertekenden) het advies van ICOMOS ('deferral') niet te volgen. De Koloniën kregen huiswerk mee en werden uitgenodigd daarmee binnen drie jaar terug te komen ("referral'). 

Assistance process met ICOMOS

Tijdens het Werelderfgoedcomité in 2018 werd geoordeeld dat de Koloniën van Weldadigheid potentieel werelderfgoedwaardig zijn. Met een zogeheten 'referral-besluit' werden Nederland en België uitgenodigd om het dossier binnen drie jaar aan te passen en opnieuw voor te leggen. Onderdeel van dit besluit was de mogelijkheid om gebruik te maken van een 'Assistance process' door ICOMOS, wat het nominatiedossier versterkt. In januari 2019 startte deze samenwerking met een intensief traject dat gevolgd werd door extra onderzoek, uitwisseling van wetenschappelijke kennis tussen verschillende experten en een missie ter plaatse. Dit mondde uit in een adviesrapport van ICOMOS waarbij ICOMOS overtuigd is geraakt dat vrije en onvrije Koloniën onderdeel zijn van één systeem van armoedebestrijding door middel van binnenlandse kolonisatie. Deze ideeën kregen internationaal veel navolging en liggen aan de basis van een wereldwijd bijzonder sociaal experiment. ICOMOS blijft evenwel kritisch over de gaafheid van het landschap en vraagt Nederland en België om de nominatie daarop aan te passen. Het landschap is intact waar het oorspronkelijke Kolonielandschap en haar functioneren als landbouwkolonie zichtbaar is en later toegevoegde bebouwing dat versterkt. Concreet betekent dit dat het te nomineren gebied beperkt wordt tot de Koloniën Frederiksoord (NL), Wilhelminaoord/Vierdeparten (NL), Wortel (B) en Veenhuizen (NL).

Ingediend in 2017

Op 20 januari 2017 werd in Parijs het nominatiedossier plechtig aan het Werelderfgoedcomité overhandigd. Experts van ICOMOS (The International Council on Monuments and Sites) hebben zich over het dossier gebogen. Zij bezochten de verschillende Koloniën en adviseerden het Werelderfgoedcomité een 'deferral' (lees: grondige aanpassing van het dossier).

PU009.jpg

Voordracht door Nederlandse en Vlaamse regering in 2016

Op 2 december 2016 maakte Vlaams minister-president Geert Bourgeois, ook bevoegd voor Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, de beslissing bekend om het nominatiedossier voor de Koloniën van Weldadigheid voor te dragen om op de UNESCO-Werelderfgoedlijst te plaatsen. Tijdens een event in Veenhuizen op 21 december 2016 maakte minister Jet Bussemaker bekend het dossier vanuit Nederlandse zijde voor te dragen.

Goedkeuring ministerraad.jpg

Opstellen nominatiedossier in 2015 - 2016

Sinds mei 2015 werkte een team in een rechte lijn naar de deadline voor indiening in januari 2017. Ook na verschillende bezoeken en adviezen van internationale experts kreeg het nominatiedossier steeds meer vorm. Er kwam een antwoord op vragen zoals: wat maakt de Koloniën van Weldadigheid uniek? Hoe vertaalt die uniciteit zich fysiek in het landschap? Wat zijn de exacte grenzen van de Werelderfgoedsites? Hoe zullen de partners de bijzonder waarde van de Koloniën behouden in de toekomst? Hier kan je lezen hoe het nominatiedossier is opgebouwd.

Op de Nederlandse en Vlaamse kandidatenlijst in 2015

Om in aanmerking te komen voor de Werelderfgoedstatus moesten de Koloniën van Weldadigheid eerst een plaats veroveren op de nationale kandidatenlijst (tentative list) van zowel Nederland als België. Omdat ze geloofde in het dossier, plaatste de Nederlandse Rijksdienst de Koloniën van Weldadigheid in mei 2015 vooraan in de lijst van voor te dragen mogelijke Werelderfgoederen. België deed dit eveneens in 2015.

Onderzoek door experts en betrokkenen in 2012-2015

Er kwamen verschillende expertgroepen en overlegorganen. Er werd onderzocht of en waarom de Koloniën van Weldadigheid wereldwijd wel degelijk uniek zijn. Mensen die in de gebieden wonen of ondernemen werden bij het proces betrokken. In speciaal opgerichte klankbordgroepen bleven zij op de hoogte en konden ze hun belangen behartigen.

Eerste stuurgroep Unesco 2013.jpg

Startschot in 2012

In juli 2012 werd het Charter van Merksplas ondertekend. Alle betrokkenen, in totaal veertien partners, verbonden er zich toe samen het nominatiedossier voor te bereiden.

Bestuurders na ondertekening charter.JPG